Toen Expo 2025 Osaka zijn deuren sloot, keek ik, BeluBelu, de kleine cel die het Belgische paviljoen als thuisbasis heeft, terug op mijn reizen over de hele wereld binnen één locatie. Door elke tentoonstelling, elk verhaal en elke gedeelde innovatie was ik getuige van de buitengewone diversiteit en eenheid van de mensheid. Dit is wat ik onderweg heb geleerd.
Europa op Expo 2025 Osaka voelde als een symfonie van innovatie en herinnering. Elk paviljoen weerspiegelde eeuwenoude cultuur, maar keek tegelijkertijd resoluut naar de toekomst. Een herinnering dat vooruitgang vaak het beste groeit vanuit diepe wortels.
Het Duitse paviljoen binnenlopen voelde als een stap in beweging zelf: een levend systeem van circulair ontwerp. De structuur vierde duurzaamheid door middel van interactieve tentoonstellingen en houten modules die lieten zien hoe recycling deel kan uitmaken van een creatieve, vooruitstrevende economie.
Terwijl ik het paviljoen verkende, kon ik niet anders dan me verbazen over hoe Duitsland erin geslaagd was om ‘reduceren, hergebruiken, heroverwegen’ op een vrolijke en levendige manier te presenteren. Hun aanpak ging niet alleen over afvalbeheer, maar ook over het veranderen van perspectieven – het laten zien dat circulariteit meer is dan een proces, het is een mentaliteit.
Het paviljoen van Luxemburg straalde optimisme uit. Het was gebouwd volgens circulaire ontwerpprincipes en toonde het geloof van het land in mobiliteit, slimme steden en inclusieve innovatie.
Ik zweefde door virtuele landschappen van bossen en futuristische vervoerssystemen en realiseerde me dat zelfs kleine landen wereldwijde oplossingen kunnen vormgeven wanneer design en duurzaamheid hand in hand gaan. Het herinnerde me eraan dat impact niet om omvang gaat, maar om visie.
In het paviljoen van Italië kwamen architectuur en emotie samen onder een op de renaissance geïnspireerde daktuin. De structuur was een nieuwe interpretatie van de ‘ideale stad’, waarin erfgoed en modern design samenkwamen.
Kunst, eten en vakmanschap gingen hand in hand met innovatie en ecologische reflectie. Terwijl ik daar stond, bedacht ik dat schoonheid misschien wel duurzaam is als het mensen, plaatsen en doelen over generaties heen met elkaar verbindt.
Frankrijk vertelde zijn verhaal aan de hand van het thema verbinding: tussen mensen, de planeet en cultuur. Het modulaire houten ontwerp en de daktuin van het paviljoen spraken van vernieuwing, terwijl digitale kunstinstallaties vakmanschap en creativiteit vierden.
Toen ik naar ambachtslieden keek die op gloeiende panelen werden geprojecteerd, voelde ik de onzichtbare rode draad, geïnspireerd door een Japanse legende, die menselijke inspanningen en zorg voor het milieu met elkaar verbond. De boodschap was elegant en toch universeel: een duurzame toekomst moet met opzet met de hand worden vervaardigd.
Het Tsjechische paviljoen was een dans tussen glas, licht en geluid: een spiraalvormige structuur die innovatie symboliseerde, voortkomend uit traditie.
Binnen waren liveoptredens, digitale kunst en het ambacht van glasblazen met elkaar verweven. Het was alsof je cultuur naar de toekomst zag breken. Voor mij was de boodschap van Tsjechië duidelijk: vooruitgang straalt het helderst wanneer ze wordt verlicht door kunst.
Het paviljoen van Zwitserland combineerde minimalistisch design met praktische demonstraties van innovatie in milieutechnologie en openbare diensten. De tentoonstellingen legden de nadruk op precisietechniek, waterbeheer en gemeenschapsgerichte oplossingen die alpine tradities koppelen aan moderne uitdagingen op het gebied van duurzaamheid. BeluBelu merkte de rustige helderheid van het paviljoen op: complexe systemen werden teruggebracht tot toegankelijke displays.
Naast technologie benadrukte Zwitserland ook sociale veerkracht en ontwerpethiek, waarbij werd uitgelegd hoe lokale expertise wereldwijde relevantie kan hebben. Het paviljoen suggereerde dat zorgvuldig, iteratief ontwerp, net als een goed onderhouden ecosysteem, schaalbare, duurzame oplossingen kan opleveren.
Het paviljoen van Oostenrijk nodigde bezoekers uit voor een multisensorische verkenning van muziek, landschap en stedelijke innovatie. Interactieve muziekworkshops, virtuele rondleidingen door natuurlijke landschappen en tentoonstellingen over cultureel welzijn illustreerden de Oostenrijkse aanpak om creativiteit en gemeenschapsplanning te combineren. BeluBelu reflecteerde op hoe geluid en ruimte werden gebruikt om ideeën over geestelijke gezondheid, culturele identiteit en duurzaam toerisme over te brengen.
Het paviljoen legde een verband tussen artistieke praktijk, milieubeheer en sociaal beleid, en stelde dat culturele levendigheid een troef is voor veerkrachtige gemeenschappen. Oostenrijk presenteerde een model waarin culturele programmering en plaatsgebonden innovatie samenwerken om een duurzame toekomst te ondersteunen.
Het EU-paviljoen, geïnspireerd door het New European Bauhaus, stond in het teken van samenwerking. De modulaire architectuur op basis van bamboe belichaamde circulair ontwerp en inclusiviteit.
Interactieve tentoonstellingen nodigden bezoekers uit om zich een beeld te vormen van de rol van Europa in het vormgeven van wereldwijde duurzaamheid, niet als een verzameling van naties, maar als een gezamenlijk project. Toen ik wegging, dacht ik: eenheid is, net als design, een proces van voortdurende creatie.
De boodschap van Europa klonk door in elke gang: erfgoed kan innovatie sturen en samenwerking stimuleert vooruitgang. Elk paviljoen herhaalde één refrein: een duurzame toekomst begint wanneer creativiteit en verantwoordelijkheid samengaan.
Ik was zeer onder de indruk! Ik wist dat ik mijn reis door de expo moest voortzetten. Blijf op de hoogte!