
Maak kennis met de architecten van het Belgisch paviljoen
Deze maand spraken we met CEO Renaud Chavalier en architect Axel Baus van Assar Architects.
Assar werd opgericht in 1985 door Eric Ysebrant’s behoefte om een architectenbureau op te richten dat beantwoordt aan de uitdagingen van het architectenberoep in België.
Wat motiveerde u voornamelijk?
Het oorspronkelijke doel, waar we nog steeds naar streven, was het vertrouwen van onze klanten te winnen door bekwaamheid en betrouwbaarheid, alsook een structuur op te zetten die de uitoefening van het beroep zou kunnen veranderen door van een bepaalde vorm van vakmanschap, in de nobel zin van het woord, over te gaan naar een professionalisering. Dit betekende met name, iets wat vandaag de dag vanzelfsprekend lijkt, maar in 1985 nog lang niet het geval was, de automatisering van de processen van ontwerp, kwanitficering en beheer van projecten.
Wat betekenen architectuur en design voor u? Welke impact hebben ze?
Ik herinner me dat mijn professor filosofie vroeger zei dat architectuur, na koken, de tweede kunst was. Hij beweerde inderdaad dat koken de eerste kunst was, omdat het de kunst is die iedereen samen rond de tafel brengt om emoties, gevoelens, ervaringen, kortom het leven te delen. Architectuur komt direct daarna, omdat het een plaats biedt, een behuizing voor dit delen. Onze benadering van architectuur bij Assar ligt in deze continuïteit. Wij geloven dat architectuur, uit pure noodzaak, inclusief moet zijn. Architectuur bestaat immers alleen in haar relatie tot mensen. Voor Assar is inclusieve architectuur een architectuur die rekening houdt met de behoeften – bewegen, wonen en werken – en de diversiteit van allen – kinderen volwassenen en senioren. Ze is inventief en evolueert in haar vorm. Ze is toegankelijk voor iedereen in haar gebruik.
Wat is de grootste troef van uw creaties?
Onze benadering is er altijd één geweest waarin we luisteren naar onze klanten. Bij elk van onze projecten streven we ernaar zo goed mogelijk aan de behoeften van onze klant van vandaag te voldoen, maar ook met hen mee te denken over hun behoeften van morgen. Het gaat er dus niet om onze klanten gewoon te volgen, maar hun ook te begeleiden, om samen met hen na te denken over de flexibiliteit die hen in hun gebouwen willen integreren om het synchroon met hun organisatie te laten evolueren.
U hebt het Belgisch paviljoen op Expo 2020 Dubai ontworpen. Wat hebt u tot nu toe geleerd van de samenwerking tussen een overheidsinstantie en uw bedrijf?
Deze ervaring is in verschillende opzichten rijk aan lessen. Hoewel de notie van Belgitude het gemeenschappelijke culturele punt is van de verschillende betrokkenen bij het project, zien we dat ieders aanpak zeer verschillend kan zijn. Voor ons is de samenwerking met BelExpo een primeur - ook al hebben we al heel vaak voor Belgische en internationale overheden gewerkt - net als het ontwerp van een paviljoen dat ons land vertegenwoordigt. Nooit eerder hebben we zo diep moeten nadenken over een project dat de architecturale uitdrukking van onze cultuur moet zijn, het is een zeer interessante uitdaging waar iedereen positief en enthousiast aan meewerkt.
Twee creatieve bedrijven (zoals het uwe en Vincent Callebaut Architectures) die samenwerken kunnen voor vuurwerk zorgen, zowel op een positieve als negatieve manier. Hoe hebben jullie de samenwerking opgezet? Wat waren de uitdagingen?
De basis van elke efficiënte samenwerking berust op het vermogen om de partner te begrijpen en vooral om vertrouwen te hebben in de partner. Assar en Vincent Callebaut hebben besloten in te zetten op deze menselijke factor, waardoor zowel op het vlak van samenwerking als op technisch vlak succes kan worden geboekt. Deze vastberadenheid heeft de energie en het momentum gecreëerd die nodig zijn voor het succes van dit ambitieuze project.
Deze samenwerking strekte zich uit tot het hele ontwerp- en productieteam, inclusief facts and fiction voor de scenografie, maar ook Besix als algemeen aannemer. Het was noodzakelijk om een gemeenschappelijke werkmethodologie te creëren en op te zetten tussen alle belanghebbenden van het project. Uiteindelijk werkten we allemaal aan één 3D-model van het gebouw, wat de discussies tijdens de ontwerpfase vergemakkelijkte.
Na het ontwerpproces: hoe ondersteunt u de bouw van het Belgisch paviljoen?
Zoals vermeld door Vincent (Callebaut), bestaat onze voornaamste rol als architect erin de uitvoeringsstudies te volgen en de kwaliteit ervan te garanderen. Met als extra nuance dat ons project op duizenden kilometers van onze kantoren wordt gebouwd en dit midden in een gezondheidscrisis. We moesten onze uitvoeringsaanpak aanpassen en de samenwerking op afstand, die al bestond tijdens de ontwerpstudies, versterken. De 'BIM'-tools (Building Information Modelling) die door bijna alle betrokkenen bij het project worden gebruikt, hebben de kwaliteit van de technische coördinatie van het project verbeterd en vermeden dat deze ter plaatse moesten worden opgelost; uiteindelijk kunnen we zeggen dat wat aan het begin van de studies een uitdaging leek, een van de sterke punten van dit project bleek te zijn.
Welke visie wil u meegeven aan het Belgisch paviljoen en Expo 2020 Dubai?
Een internationale tentoonstelling is ongetwijfeld een van de beste gelegenheden om buiten de gebaande paden te treden, onze knowhow en onze innovaties te tonen. Onze wens als architect is altijd om gebouwen te ontwerpen voor de eindgebruiker; in dit geval willen we de bezoeker door middel van een eenvoudig gebaar, "de groene boog", laten zien dat België een land is dat mensen en culturen samenbrengt. "Connecting minds", "creating the future".
Wat voor projecten heeft u nog in petto? Welke dromen heeft u voor de toekomst?
Wij hebben veel projecten lopen op de meest uiteenlopende gebieden. We zeggen graag dat onze projecten iedereen gedurende hun hele leven ondersteunen. Wij ontwerpen ziekenhuizen waarin kinderen worden geboren, maar ook kinderdagverblijven en scholen om kinderen en jongeren te ondersteunen op hun schoolreis. Verder hebben we veel kantoor- en laboratoriumprojecten, zowel voor particuliere bedrijven als voor instellingen, projecten voor recreatieve plaatsen zoals sportfaciliteiten of winkelcentra. Anderzijds ontwerpen wij huisvestingsprojecten in al hun verschillende vormen, of het nu gaat om individuele of collectieve huisvesting, hotels, rusthuizen of zelfs penitentiaire inrichtingen.
Wat zijn zowat de grootste uitdagingen waarmee u in uw werk geconfronteerd wordt?
Het is blijven luisteren naar een veranderende wereld, die voortdurend in beweging is, het is ook onze verworven ervaring gebruiken als een instrument om onszelf verder te verbeteren en niet als een ongrijpbare zekerheid. We krijgen steeds meer aanbiedingen om samen te werken met andere kantoren, Belgische en internationale. Deze ervaring is verrijkend voor ons en ook een uitdaging om verschillende benaderingen en culturen te combineren. Wij zien deze samenwerkingen als kansen om onszelf te verbeteren, om te leren uit de ervaringen van anderen en om onze eigen ervaringen te delen.
Welke waarden en doelstellingen brengt u in uw werk?
Het ontwerpen van plaatsen en ruimten voor de activiteiten van elk individu, het tegemoetkomen aan hun wensen, het respecteren van het milieu, het integreren van technologieën en veiligheidsnormen komen allemaal voort uit co-creatie. Door onze professionele vaardigheden als architecten en stadsplanners te combineren met de meningen en overwegingen van bewoners, omwonenden en instellingen, bieden wij in co-creatie een visie: die van een architectuur die iedereen ten goede komt, verankerd in het heden en gericht op de toekomst.
Hoe heeft de huidige pandemie uw werk beïnvloed?
We hebben het geluk dat we niet al te erg getroffen te zijn door de pandemie. Natuurlijk hebben we allemaal moeten leren om anders te werken, om onszelf te verbeteren ondanks de obstakels, maar de vastgoedsector weerstaat deze crisis waarschijnlijk beter dan andere sectoren. De behoefte aan huisvesting en werkruimten is nog steeds aanwezig en dit jaar heeft ons de moed gegeven om ons deze wereld anders voor te stellen. In 2020 is ons opdrachtenboek verder vernieuwd, ons personeelsbestand uitgebreid, we hebben ons agentschap in Parijs geopend, en we kunnen 2021 met vertrouwen en sereniteit tegemoet zien.
Heb je enig advies voor diegenen die hetzelfde avontuur willen aangaan als jij?
Architect zijn is jezelf voortdurend in vraag durven stellen, het is aanvaarden, om Winston Churchill te parafraseren, dat onze creaties ons evenzeer vormen als wij hen vormen. Maar architect zijn is ook de nederigheid hebben om te aanvaarden dat ons werk er enkel is om anderen van dienst te zijn en dat onze realisaties enkel leven dankzij de bewoners ervan.
Naast het Belgisch paviljoen natuurlijk, wat is je favoriete project waar je aan hebt gewerkt en waarom?
Het is moeilijk om er één uit te kiezen, want elk project is voor Assar een kans om een nieuwe verrijkende ervaring op te doen, of het nu vanuit architecturaal, technisch of relationeel oogpunt is. Wat vooral opwindend is, is te zien hoe het ene project in het andere kan uitmonden.